parten
Uiterlijk
- par·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
parten |
partte |
gepart |
zwak -t | volledig |
parten
de parten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord part
- Het woord parten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parten" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- par·ten
parten, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van part
vervoeging van |
---|
partir |
parten
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van partir
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 6
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Deens
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Spaans