parkeerkelder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·keer·kel·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parkeerkelder parkeerkelders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de parkeerkelderm

  1. een ondergrondse ruimte waarin men auto's kan parkeren
     Is die gedachte bij jullie opgekomen?
    'Feitelijk wel,'zei Axel Folkesson terwijl de auto de parkeerkelder onder het politiebureau indraaide en verder reed door een enorme garage.
    [1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496