paraulopiden

Nederlands

Paraulopus nigripinnis1

Uitspraak

• Geluid:  paraulopiden    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• pa·rau·lo·pi·den

Woordherkomst en -opbouw

•  paraulopide zn  met de uitgang -n

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		paraulopiden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de paraulopiden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paraulopide
2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Paraulopidae  van straalvinnige vissen uit de orde van draadzeilvissen (Aulopiformes )

Hyperoniemen

• [2] draadzeilvissen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'paraulopiden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.