parachela
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pa·ra·che·la
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parachela | parachela's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
parachela
- (straalvinnigen) een geslacht Parachela van straalvinnige vissen uit de familie van eigenlijke karpers (Cyprinidae )
Hyperoniemen
- eigenlijke karpers, karperachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'parachela' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.