ozonisator
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ozonisator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ozo·ni·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ozoniseren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ozonisator | ozonisatoren ozonisators |
verkleinwoord | ozonisatortje | ozonisatortjes |
Zelfstandig naamwoord
ozonisator
- apparaat dat (de lucht) ozoniseert
Gangbaarheid
- Het woord 'ozonisator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.