overcompleet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·com·pleet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en compleet bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | overcompleet |
verbogen | overcomplete |
partitief | overcompleets |
Bijvoeglijk naamwoord
overcompleet
- overbodig, te veel
- Dit toestel is overcompleet, zet het maar te koop.
Gangbaarheid
- Het woord overcompleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.