ovatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ova·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toejuiching’ voor het eerst aangetroffen in 1852 [1]
  • afgeleid van het Franse ovation (met het achtervoegsel -atie) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord ovatie ovaties
verkleinwoord ovatietje ovatietjes

Zelfstandig naamwoord

de ovatiev

  1. een enthousiast, luid en langdurig applaus
    • Na die prachtige aria kreeg de zangeres een enorme ovatie. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen