opvoedgezin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·voed·ge·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opvoedgezin opvoedgezinnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het opvoedgezino

  1. gezin dat een criminele jongere een heropvoeding geeft
     Op dit moment zijn er in Arnhem, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zo'n twinitg pleeggezinnen. De helft daarvan is maar bezet. Het Leger des Heils kan alleen verder als de straf vaker wordt opgelegd. Anders haken de ouders af, omdat één van de ouders de baan moet opzeggen om een opvoedgezin te kunnen worden. Op het moment dat de families geen kind hebben, krijgen ze echter ook geen geld. Dat komt dus steeds vaker voor. Het Openbaar Ministeire heeft laten weten dat ze er alles aan zullen doen om dit jaar wel alle gezinnen te voorzien van een jeugddelinquent.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron
    Merlijn Stoffels
    “Heropvoeding minder vaak ingezet dan verwacht” (Vrijdag 23 april 2010, 18:14), NOS