oppijpen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·pij·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en pijpen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oppijpen |
pijpte op |
opgepijpt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
oppijpen
- overgankelijk groter voorstellen dan het is, luidruchtig protesteren
- Er worden even twee hoogleraren uit verschillende aandachtsgebieden [...] weggezet door pas gealfabetiseerde zielepoten die denken dat opgepijpt geschetter een opinie is.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'oppijpen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal