opnemer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ne·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opnemer | opnemers |
verkleinwoord | opnemertje | opnemertjes |
Zelfstandig naamwoord
opnemer [1]
- iets dat of iemand die opneemt
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord opnemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "opnemer" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be