oplaadpas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·laad·pas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oplaadpas oplaadpassen
verkleinwoord oplaadpasje oplaadpasjes

Zelfstandig naamwoord

de oplaadpasm

  1. pas die men nodig heeft om van openbare laadpalen gebruik te kunnen maken
     De laadpunten zijn van het type halfsnellader en zijn gekoppeld aan zonnepanelen. Met een oplaadpas van vijf euro kunnen klanten tot eind 2015 één uur stroom per dag tanken. Na een uur laden kan een elektrische wagen extra autonomie opbouwen van 120 kilometer.[1]
Synoniemen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “Lidl neemt eerste laadpunten voor elektrische voertuigen in gebruik” (09/10/2012), De Standaard