opent
Uiterlijk
- opent
vervoeging van |
---|
openen |
opent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openen
- Jij opent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openen
- Hij opent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openen
- Opent!
- ▸ Die engel was mijn vrouw, met wie ik al 20 jaar samenleef, die altijd weer mijn ogen opent om dankbaar en tevreden te zijn met mijn leven.[1]
- Het woord opent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- opent
opent, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van open