oorlogzuchtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oor·log·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oorlogzuchtig | oorlogzuchtiger | oorlogzuchtigst |
verbogen | oorlogzuchtige | oorlogzuchtigere | oorlogzuchtigste |
partitief | oorlogzuchtigs | oorlogzuchtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oorlogzuchtig [1]
- oorlogszuchtig is meer gebruikelijk
Gangbaarheid
- Het woord 'oorlogzuchtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.