oorlog

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oorlog    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oor·log

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘strijd tussen volkeren of staten’ voor het eerst aangetroffen in 1240
• afgeleid van 'log' (afl. van leggen) met het voorvoegsel oor-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorlog	oorlogen
verkleinwoord	oorlogje	oorlogjes

Zelfstandig naamwoord

oorlog m

1. (militair) (politiek) een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen en/of tussen twee of meer landen of “de voortzetting van de politiek met andere middelen” (Clausewitz)

   • Een oorlog is altijd voor niets, terwijl de strijdende partijen denken dat het over alles gaat. 

   ▸ In de vorige eeuw waren er twee wereldoorlogen. Een oorlog heet een wereldoorlog als er heel veel landen aan meedoen. Aan de Eerste Wereldoorlog deed Nederland niet mee. Maar aan de Tweede Wereldoorlog wel.

   ▸ Volgens de overlevering vluchtten meisjes uit Plancher-Les-Mines gedurende de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) de bossen in om te ontkomen aan bloeddorstige huurlingen in dienst van de Zweedse bezetter.

   • Het is in Rusland momenteel verboden van ‘oorlog’, ‘invasie’ of ‘inval’ te spreken als het over de 'situatie' in Oekraïne gaat.  

Synoniemen

• krijg

Antoniemen

• vrede

Hyponiemen

   

80-jarige Oorlog ABC-oorlog Balkanoorlog Binnenlandse Oorlog Boerenoorlog Bonioorlog Derde Engels-Nederlandse Oorlog Derde Engelse Oorlog Dertigjarige Oorlog Dertigjarige oorlog Eerste Engels-Nederlandse Oorlog Eerste Engelse Oorlog Frans-Duitse Oorlog Golfoorlog Grote Oorlog Honderdjarige Oorlog Irakoorlog Koude Oorlog Krimoorlog Opiumoorlog Tachtigjarige Oorlog Tweede Engels-Nederlandse Oorlog Tweede Engelse Oorlog Vierde Engels-Nederlandse Oorlog Vierde Engelse Oorlog aanvalsoorlog afscheidingsoorlog atoomoorlog baggeroorlog barricadeoorlog bendeoorlog benzineoorlog bevrijdingsoorlog bewegingsoorlog bewerkingsoorlog biedingsoorlog biedoorlog bliksemoorlog broederoorlog broodoorlog browseroorlog burgeroorlog computeroorlog cultuuroorlog cyberoorlog devolutieoorlog drugsoorlog duikbootoorlog eenmansoorlog elektro-oorlog energieoorlog gangsteroorlog gasoorlog gezondheidsoorlog godsdienstoorlog gravenoorlog grensoorlog grondoorlog grottenoorlog guerrillaoorlog handelsoorlog hightechoorlog hussietenoorlog juni-oorlog kernoorlog kosovo-oorlog krantenoorlog landbouwoorlog landoorlog loopgravenoorlog luchtoorlog mediaoorlog medicijnenoorlog melkoorlog minioorlog naoorlogs netwerkoorlog oktoberoorlog onafhankelijkheidsoorlog onderzeebootoorlog patatje oorlog patentoorlog piloorlog positieoorlog prijsoorlog prijzenoorlog propagandaoorlog rassenoorlog religieoorlog rotoorlog rozenoorlog ruimteoorlog scheidingsoorlog schemeroorlog schietoorlog secessieoorlog stadsoorlog stammenoorlog stedenoorlog stellingenoorlog stellingoorlog straatoorlog successieoorlog supermarktoorlog tarievenoorlog tasjesoorlog taxioorlog televisieoorlog tweefrontenoorlog uitputtingsoorlog valutaoorlog veldoorlog verdedigingsoorlog vernietigingsoorlog veroveringsoorlog vietnamoorlog visserijoorlog voetbaloorlog volksoorlog vooroorlogs vrijheidsoorlog wereldoorlog woordenoorlog zeeoorlog zenuwenoorlog zenuwoorlog

Afgeleide begrippen

   

Oorlogsterrein Oorlogswinter antioorlogbetoging antioorlogsactivist oorlog voeren oorlogen oorlogmanager oorlogsbedrijf oorlogsbeeld oorlogsbegraafplaats oorlogsbehoefte oorlogsbelasting oorlogsbelevenis oorlogsbende oorlogsbodem oorlogsboek oorlogsbruid oorlogsbuit oorlogsburgemeester oorlogschirurgie oorlogscommunisme oorlogscontrabande oorlogscorrespondent oorlogscrimineel oorlogsdaad oorlogsdag oorlogsdocumentaire oorlogsdocumentatie oorlogsdoel oorlogsdoeleinden oorlogsdonder oorlogsdrama oorlogsdreiging oorlogsdrift oorlogseconomie oorlogsellende oorlogservaring oorlogsfakkel oorlogsfeit oorlogsfilm oorlogsfoto oorlogsfotograaf oorlogsfront oorlogsgas oorlogsgebied oorlogsgebruik oorlogsgeneratie oorlogsgeschiedenis oorlogsgetroffene oorlogsgevaar oorlogsgevangene oorlogsgeweld oorlogsgewonde oorlogsgezind oorlogsgod oorlogsgraf oorlogsgruwel oorlogshaard oorlogshandeling oorlogshaven oorlogsheer oorlogsheld oorlogsherinnering oorlogshitser oorlogsindustrie oorlogsinspanning oorlogsinvalide oorlogsjaar oorlogsjournalist oorlogskabinet oorlogskans oorlogskas oorlogskerkhof oorlogskind oorlogskleur oorlogskleuren oorlogskop oorlogskosten oorlogskracht oorlogskreet oorlogskruis oorlogskunst oorlogskunstenaar oorlogskwetsuur oorlogslast oorlogsleed oorlogsleider oorlogsliteratuur oorlogslogica oorlogslust oorlogsmaand oorlogsmachine oorlogsmacht oorlogsmasker oorlogsmateriaal oorlogsmaterieel oorlogsmatroos oorlogsmedaille oorlogsmemoires oorlogsmiddel oorlogsmisdaad oorlogsmisdadiger oorlogsmisdrijf oorlogsmoe oorlogsmoed oorlogsmoeheid oorlogsmonument oorlogsmunitie oorlogsmuseum oorlogsnieuws oorlogsnood oorlogsnoodzaak oorlogsomstandigheden oorlogsoperatie oorlogspaard oorlogspad oorlogspartij oorlogspensioen oorlogsperiode oorlogsplan oorlogspolitiek oorlogsporno oorlogspresident oorlogsproductie oorlogsprofiteur oorlogspropaganda oorlogspsychose oorlogsramp oorlogsrecht oorlogsresolutie oorlogsretoriek oorlogsroem oorlogsroes oorlogsroman oorlogsscenario oorlogsscène oorlogsschade oorlogsschatting oorlogsschip oorlogsschuld oorlogssfeer oorlogssituatie oorlogsslachtoffer oorlogsspeelgoed oorlogsspel oorlogsstemming oorlogssterkte oorlogsstrafrecht oorlogsstrategie oorlogsstrips oorlogstaak oorlogstaal oorlogstafereel oorlogsteken oorlogsterminologie oorlogstijd oorlogstocht oorlogstoerisme oorlogstoerist oorlogstoestand oorlogstoneel oorlogstransport oorlogstrauma oorlogstribunaal oorlogstrofee oorlogstrom oorlogstuig oorlogsuitkering oorlogsvaan oorlogsvaartuig oorlogsveld oorlogsverhaal oorlogsverklaring oorlogsverleden oorlogsverminkte oorlogsverslaggever oorlogsverslaggeving oorlogsverwonding oorlogsveteraan oorlogsvlag oorlogsvlieger oorlogsvliegtuig oorlogsvloot oorlogsvluchteling oorlogsvoering oorlogsvoorbereiding oorlogsvrijwilliger oorlogsvuur oorlogswagen oorlogswapen oorlogsweduwe oorlogswee oorlogswees oorlogswet oorlogswimpel oorlogswinst oorlogswinter oorlogswond oorlogswoord oorlogswoordenboek oorlogszaken oorlogszone oorlogszucht oorlogszwaard oorlogvoeren oorlogvoerend

Verwante begrippen

• conflict, slag, strijd, veldslag

Uitdrukkingen en gezegden

Koude oorlog

• Langlopend en hevig conflict tussen twee naties, waarbij het echter niet tot een gewapende strijd ("warme oorlog") komt
• Op voet van oorlog zijn/leven

erge ruzie hebben

Vertalingen

    1. een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen en/of tussen twee of meer landen   

Afrikaans: oorlog (af) Albanees: luftë (sq) Alemannisch: Krieg Amhaars: ጦርነት (am) Arabisch: حرب (ar) Aragonees: guerra (an) Aramees: ܩܪܒܐ (arc) Armeens: Պատերազմ (hy) Asturisch: guerra (ast) Azeri: müharibə (az) Basjkiers: Һуғыш (ba) Baskisch: gerra (eu) Bengaals: যুদ্ধ (bn) Bihari: जुद्ध (bh) Birmees: စစ်ပွဲ (my) Boerjatisch: дайн (bxr) Bosnisch: rat (bs) Bretons: brezel (br) Bulgaars: война (bg) Catalaans: guerra (ca) Cebuano: gubat Centraal-Koerdisch: شەڕ (ckb) Chamorro: gera (ch) Chinees: 战争 (zh) Cornisch: bresel (kw) Deens: krig (da) Duits: Krieg (de) m Engels: war (en) Erzja: торпинге Esperanto: milito (eo) Estisch: sõda (et) Extremeens: guerra (ext) Fijisch Hindoestani: yudh (hif) Fins: sota (fi) Frans: guerre (fr) v Fries: oarloch (fy) Friulisch: vuere Galicisch: guerra (gl) Gan: 打仗 (gan) Georgisch: ომი (ka) Grieks: πόλεμος (el) m Guarani: ñorairõ (gn) Gujarati: યુદ્ધ (gu) Haïtiaans Creools: lagè Hebreeuws: מלחמה (he) Hindi: युद्ध (hi) Hongaars: háború (hu) Iers: cogadh (ga) IJslands: stríð (is) Iloko: gubat Indonesisch: perang (id) Ingoesj: тIом Interlingua: guerra (ia) Interlingue: guerre (ie) Inuktitut: ᐊᑭᕋᖅᑑᑎᔪᑦ (iu) Italiaans: guerra (it) v Jakoets: сэрии Jamaicaans Patois: waar (jam) Japans: 戦争 (ja) Javaans: perang (jv) Jiddisch: מלחמה (yi) Kannada: ಯುದ್ಧ (kn) Karatsjai-Balkarisch: къазауат Kazachs: соғыс (kk) Kirgizisch: согуш (ky) Koerdisch: ceng (ku) v, şer (ku) m Komi: тыш Koreaans: 전쟁 (ko) Kroatisch: rat (hr) Ladinisch: viera Laotiaans: ສົງຄາມ (lo) Latijn: bellum (la) o Lets: karš (lv) Limburgs: krieg (li)

Lingala: etumba (ln) Litouws: karas (lt) Lombardisch: guerra (lmo) Luxemburgs: Krich (lb) Macedonisch: војна (mk) Malayalam: യുദ്ധം (ml) Maleis: peperangan (ms) Marathi: युद्ध (mr) Minangkabaus: parang Mingreels: ლჷმა (xmf) Mirandees: guerra Mongools: дайн (mn) Nedersaksisch: krieg (nds) Nepali: युद्ध (ne) Newaars: हताः (new) Noord-Fries: kriich Noors: krig (no) m Nyanja: nkhondo Nynorsk: krig (nn) m Occitaans: guèrra (oc) Oekraïens: війна (uk) Oezbeeks: urush (uz) Oudnoords: orrosta v, strið o, tara o, úfríðr m Pasjtoe: جگړه (ps) Pennsylvania-Duits: grieg (pdc) Perzisch: جنگ (fa) Picardisch: dgère (pcd) Piëmontees: guèra Pools: wojna (pl) Portugees: guerra (pt) v Punjabi: ਜੰਗ (pa) Quechua: maqanakuy (qu) Ripuarisch: kreech (ksh) Roemeens: razboi (ro) Roetheens: война (rue) Russisch: война (ru) v Sanskriet: युद्धम् (sa) Schots: war (sco) Schots-Gaelisch: cogadh (gd) Servisch: рат (sr) Servo-Kroatisch: rat (sh) Shona: hondo (sn) Siciliaans: guerra (scn) Sindhi: جنگ (sd) Singalees: යුද්ධ (si) Sloveens: vojna (sl) Slowaaks: vojna (sk) Soendanees: bitotama (su) Spaans: guerra (es) v Swahili: vita (sw) Tadzjieks: Ҷанг (tg) Tagalog: digmaan (tl) Tamil: போர் (ta) Tataars: сугыш (tt) Telugu: యుద్ధం (te) Thai: สงคราม (th) Tibetaans: དམག་འཁྲུག (bo) Tsjechisch: válka (cs) Tsjetsjeens: тӀом Tsjoevasjisch: вăрçă Tsonga: nyimpi (ts) Turks: savaş (tr) Urdu: جنگ (ur) Venetiaans: guera Vietnamees: chiến tranh (vi) Waals: guere (wa) Waray-Waray: gerá (war) Welsh: rhyfel (cy) Wepsisch: soda (vep) Wit-Russisch: вайна (be) Wolof: geer (wo) Wu: 打仗 (wuu) Xhosa: imfazwe Yoruba: ogun (yo) Zweeds: krig (sv)

Gangbaarheid

• Het woord oorlog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "oorlog" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Afrikaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

oorlog

1. (politiek) (militair) oorlog

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

oorlog

1. (militair) oorlog; een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen en/of tussen twee of meer landen