ongeacht
Uiterlijk
- on·ge·acht
ongeacht
1. los van
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongeacht | ongeachter | ongeachtst |
verbogen | ongeachte | ongeachtere | ongeachtste |
partitief | ongeachts | ongeachters | - |
ongeacht
- geen of weinig respect verdienend
- geen of weinig aandacht krijgend
- Het woord ongeacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ongeacht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ongeacht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "ongeacht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Voorvoegsel on- in het Nederlands
- Voorzetsel in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %