onderzoekswereld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·zoeks·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderzoekswereld | onderzoekswerelden |
verkleinwoord | onderzoekswereldje | onderzoekswereldjes |
Zelfstandig naamwoord
- alle mensen en organisaties die betrokken zijn bij het doen van (wetenschappelijk) onderzoek
- ▸ Het bleek later even onmogelijk voor de aanklager als voor het omvangrijke netwerk in de internationale onderzoekswereld van professor Lenz om een atoomfysicus met de naam Chaim Barenboim te lokaliseren.[1]
Gangbaarheid
- Het woord onderzoekswereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535