onderzoekswereld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·zoeks·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderzoekswereld onderzoekswerelden
verkleinwoord onderzoekswereldje onderzoekswereldjes

Zelfstandig naamwoord

de onderzoekswereldv / m

  1. alle mensen en organisaties die betrokken zijn bij het doen van (wetenschappelijk) onderzoek
     Het bleek later even onmogelijk voor de aanklager als voor het omvangrijke netwerk in de internationale onderzoekswereld van professor Lenz om een atoomfysicus met de naam Chaim Barenboim te lokaliseren.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535