ondergeschikt
Uiterlijk
- on·der·ge·schikt
- gerelateerd aan onderschikken
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ondergeschikt | ondergeschikter | ondergeschiktst |
verbogen | ondergeschikte | ondergeschiktere | ondergeschiktste |
partitief | ondergeschikts | ondergeschikters | - |
ondergeschikt
- van minder belang, bijkomstig, bijkomend
- Dat heeft slechts een ondergeschikte betekenis.
- aan iemand onderworpen, van hem afhankelijk, van een lagere rang
- [2] onderdanig, subaltern
1. van minder belang
2. aan iemand onderworpen
- Het woord ondergeschikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ondergeschikt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be