ondergeschikte
Uiterlijk
- on·der·ge·schik·te
- Afgeleid van ondergeschikt met het achtervoegsel -e
ondergeschikte
- verbogen vorm van de stellende trap van ondergeschikt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondergeschikte | ondergeschikten |
verkleinwoord | - | - |
de ondergeschikte m
- iemand die onder het gezag van een ander valt
- Hij kwam op voor zijn ondergeschikten.
- Het woord ondergeschikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.