onderbroekbom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·broek·bom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onderbroek zn en bom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderbroekbom | onderbroekbommen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- bom die geplaatst is in een onderbroek
Gangbaarheid
- Het woord onderbroekbom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.