onbrandbaar

Nederlands

onbrandbare handschoenen

Uitspraak

• Geluid:  onbrandbaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·brand·baar

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van brandbaar en met het voorvoegsel on-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onbrandbaar	onbrandbaarder	onbrandbaarst
verbogen	onbrandbare	onbrandbaardere	onbrandbaarste
partitief	onbrandbaars	onbrandbaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

onbrandbaar

1. dat iets ook bij hogere temperaturen niet kan branden

   • De Standaard vernam dat men in een werkgroep die zich specifiek buigt over gevelbekleding, tot een overeenstemming is gekomen dat nieuwe gebouwen met een hoogte vanaf 36 meter moeten worden aangekleed met onbrandbaar materiaal.  
   • Brandweerlieden adviseren op dit moment al gemeentes over de veiligheid van een evenement waarbij een kleurenpoeder wordt gebruikt. Maar op basis van de huidige etiketten is de onbrandbaarheid niet duidelijk vast te stellen.  

Synoniemen

• brandvast, brandveilig, brandvrij, hittebestendig, vuurbestendig, vuurvast

Antoniemen

• brandbaar

Vertalingen

    1. dat iets ook bij hogere temperaturen niet kan branden   

Engels: fireproof  (en)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord onbrandbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.