onafhankelijk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·af·han·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van afhankelijk met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onafhankelijk | onafhankelijker | onafhankelijkst |
verbogen | onafhankelijke | onafhankelijkere | onafhankelijkste |
partitief | onafhankelijks | onafhankelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onafhankelijk
- geen verbinding hebbend met
- De linker en rechter vering is onafhankelijk van elkaar te verstellen.
- geen hulp nodig hebbend
- ▸ Leren geeft kennis, kennis geeft macht, macht om onafhankelijk te blijven.[1]
Vertalingen
1. geen verbinding hebbend met
Gangbaarheid
- Het woord onafhankelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onafhankelijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be