omzetvolume

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·zet·vo·lu·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omzetvolume omzetvolumes
omzetvolumen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het omzetvolumeo

  1. de waarde van de hoeveelheid verkochte goederen en producten
     Omdat de prijzen stegen, was de daling van het omzetvolume nog groter: 7,4 procent. Een dergelijk grote krimp had zich niet voorgedaan sinds 1993, toen het CBS begon met het bijhouden van de cijfers in de bedrijfstak.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Omzet horeca verder gedaald” (Donderdag 25 februari 2010, 11:50), NOS