omkleding
Uiterlijk
- om·kle·ding
- Naamwoord van handeling van omkleden met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omkleding | omkledingen |
verkleinwoord | omkledinkje | omkledinkjes |
de omkleding v
- datgene waarmee iets omkleed of bekleed is, omhulsel
- Het woord omkleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omkleding" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be