oliefles
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- olie·fles
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oliefles | olieflessen |
verkleinwoord | olieflesje | olieflesjes |
Zelfstandig naamwoord
- langgerekt, buisvormig vat, meestal van glas of kunststof gemaakt dat met een dop of kurk kan worden afgesloten en bestemd is voor een bepaalde vettige vloeistof (spijsolie, cosmetische olie, smeerolie, lampolie enz.)
-
glazen fles voor olijfolie
-
kunstof fles voor minerale olie
-
Romeins flesje voor kosmetische olie
Gangbaarheid
- Het woord 'oliefles' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oliefles" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Klootwijk, W.Olijfolie moet van Europa (23 augustus 2012) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-01-01
- ↑ Jensma, F.Wie van de twee goot de lampolie door het hele huis? (27 november 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-01-01
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %