oliedrum

Nederlands

oliedrum

Uitspraak

• Geluid:  oliedrum    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• olie·drum

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  olie zn  en  drum zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oliedrum	oliedrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oliedrum m

1. vat waarin men aardolie kan bergen

   ▸ Ik vond een roestige oliedrum, dreunend van de vliegen, waar ik het luierpakketje in deponeerde.

   ▸ Na de omgekeerde trechter gaat oliebedrijf BP een 'hoge hoed' inzetten tegen de olievlek die de Amerikaanse Golfkust bedreigt. De nieuwe stop is een stuk kleiner (ongeveer de grootte van een oliedrum) dan het 100 ton zware gevaarte dat er afgelopen weekend niet in slaagde het olielek op de zeebodem te dichten.

2. (muziek) muziekinstrument gemaakt van een vat waarin men aardolie kan bergen

Synoniemen

• [1] olievat, aardolievat

Gangbaarheid

• Het woord oliedrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.