oefent uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oefent uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈufənt ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- oe·fent uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitoefenen |
oefent (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- Jij oefent uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- Hij oefent uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitoefenen
- Oefent uit!
Gangbaarheid
- Het woord oefent uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.