oefenen uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oefenen uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈufənə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- oe·fe·nen uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitoefenen |
oefenen (…) uit
- meervoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
Gangbaarheid
- Het woord oefenen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.