oculatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ocu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van oculeren met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oculatie | oculaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de oculatie v
- (plantkunde) het vegetatief vermeerderen van planten door enten van een stukje bast met daarin een oog op de bast van een andere stam
Gangbaarheid
- Het woord oculatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oculatie" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be