oblong
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oblong
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘langwerpig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | oblong |
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
oblong [3]
- langwerpig, (in geval van papierformaat: meer breed dan hoog dus 'liggend')
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord oblong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "oblong" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "oblong" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ oblong op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be