noordwand

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

noordwand van de Eiger
Uitspraak
Woordafbreking
  • noord·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noordwand noordwanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

noordwand m

  1. de helling van een berg die naar het noorden is gericht
    • Robert Naar werd in 1955 geboren. Al in de jaren zeventig beklom hij, vaak als eerste Nederlander, moeilijke bergwanden in de Alpen, zoals de beruchte noordwand van de Eiger. [1] 
     Hier aan de noordwand van de berg was er veel meer sneeuw en we zouden nog uren langs sneeuwhellingen moeten afdalen.[2]
  2. een wand of muur aan de noordzijde (die dus uitkijkt op het zuiden)
    • Vrijwilligers zijn begonnen met het terugplaatsen van panelen van het gerestaureerde Mans Kapbaargmozaïek. Aan de noordwand van de tunnel zitten er inmiddels een tiental weer op hun plek. [3] 


Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia 23-05-11 Bergbeklimmer Ronald Naar overleden
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Tubantia 25-10-11 Deel panelen Mans Kapbaargmozaïek teruggeplaatst
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be