noodverordening

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nood·ver·or·de·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodverordening noodverordeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

noodverordening v

  1. (juridisch) een verordening die door een burgemeester, gezaghebber of voorzitter van een veiligheidsregio wordt vastgesteld indien er ernstige vrees bestaat voor ernstige wanordelijkheden
     Doel van de wet is dat er een betere juridische basis komt voor de coronamaatregelen. Veel van die maatregelen, bijvoorbeeld over de maximale grootte van groepen en over het houden van afstand, worden nu geregeld via noodverordeningen van de veiligheidsregio's.[1]
     GroenLinks-Kamerlid Buitenweg zegt dat het inperken van mensenrechten niet geregeld kan blijven worden in noodverordeningen. "Dit moet geregeld worden in een wet die democratisch tot stand gekomen is", zegt zij.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Ook in Eerste Kamer ruime meerderheid voor coronawet” (27/10/2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Kamerdebat over de coronawet, veel bezwaren van de politieke partijen zijn opgelost” (WO 7 OKTOBER 2020), NOS