nono
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·no
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nono | nono's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (pejoratief) onbeduidend persoon
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord nono staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.