noedelsoep

Nederlands

noedelsoep

Uitspraak

• Geluid:  noedelsoep    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• noe·del·soep

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  noedel zn  en  soep zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	noedelsoep	noedelsoepen
verkleinwoord	noedelsoepje	noedelsoepjes

Zelfstandig naamwoord

de noedelsoep v / m

1. (kookkunst) vloeibaar gerecht met o.a. noedels

   ▸ Deze noedelsoep met gemarineerde biefstuk maak je op smaak met Chinees 5-kruidenpoeder. Het kruidenmengsel bevat verschillende smaakgroepen: zoet, zout, bitter en zuur en wordt vaak in restaurants gebruikt, maar je kunt er ook prima thuis mee aan de slag.

   ▸ Ook trekt De Mol zakjes mosterd open die ze vervolgens op haar nieuwe suède tas spuit. ,,Ik heb al eens een borstel én kauwgum uit mijn haar moeten knippen. Vlieg nooit meer in witte kleding sinds ik een complete noedelsoep over mezelf gooide’', vertelt ze ook.

Gangbaarheid

• Het woord noedelsoep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.