nifter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nif·ter
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
nifter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nifter | nifters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nifteren |
nifter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nifteren
- Ik nifter.
- gebiedende wijs van nifteren
- Nifter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nifteren
- Nifter je?
Gangbaarheid
- Het woord 'nifter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal