nieten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nie·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nieten
niette
geniet
zwak -t volledig

Werkwoord

nieten [2]

  1. met nietjes vastmaken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

de nietenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord niet

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie


Verwijzingen