neurochirurg

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  neurochirurg    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• neu·ro·chi·rurg

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van chirurg met het voorvoegsel neuro-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	neurochirurg	neurochirurgen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de neurochirurg m

1. (beroep) chirurg die gespecialiseerd is in de chirurgische behandeling van aandoeningen aan de hersenen, hersenstam, ruggemerg, en perifere zenuwen

   • Shahrudi was enkele dagen in Hannover voor een medische behandeling bij de Iraans-Duitse neurochirurg Majid Samii. Activisten die daar lucht van kregen, deden onmiddellijk aangifte tegen hem. De ayatollah vloog donderdag vanaf het vliegveld in Hamburg naar Teheran terug. 
   • Volgens ingewijden lijdt Mehrnaz D. aan een zware depressie en ging ze gebukt onder de hoge werkdruk, een scheiding en kon ze het leed van haar dochter na een kankerbehandeling niet langer aan. Zij blijkt tot ver buiten Vlaanderen een gewaardeerd neurochirurg. 
   • Alsof Luiten een geslaagde neurochirurg is, beeldt hij met zijn handen de twee hersenhelften uit. „Kijk, hersenen zijn draden. Door positieve gedachtes gaan die draden connecten. Die worden door repetitie van beelden en geluid steeds dikker, waardoor je steeds meer in jezelf gaat geloven. 
   • De neurochirurg en emeritus hoogleraar, die zelf twaalf jaar in het Centraal Medisch Tuchtcollege heeft gezeten, moest voor de tuchtrechter verschijnen omdat hij informatie lekte over de gezondheidstoestand van prins Friso. 

Verwante begrippen

• neurochirurgie

Vertalingen

    1.   

Engels: neurosurgeon (en)

Gangbaarheid

• Het woord neurochirurg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neurochirurg" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.