neukbeurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neuk·beurt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neukbeurt neukbeurten
verkleinwoord neukbeurtje neukbeurtjes

Zelfstandig naamwoord

de neukbeurtv / m

  1. een keer dat men met elkaar geslachtsgemeenschap heeft
    • Soit, het zal ons worst wezen wat archeologen over 500 jaar denken. Wij wensen de makers van Koppels alvast een fikse neukbeurt toe. Het is overduidelijk de olifant in hun kamer. En als de stoom van de ketel is, leren we hopelijk echt iets bij over relaties. [1] 
    • De romans van Jane Austen bijvoorbeeld gaan allemaal om een neukbeurt, en daar is de heldin meestal niet bij betrokken. Het duurt tot Thomas Hardy [eind 19de eeuw] voordat er eindelijk wat gebeurt.' [2] 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. De Standaard 13/09/2018 door Valerie Droeven Een handleiding voor … seks
  2. De Standaard 17 SEPTEMBER 2010 Pieter Steinz 'Humorloze schrijvers zijn waardeloos'
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be