netbeheer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- net·be·heer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van net en beheer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netbeheer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het netbeheer o
- de aanleg en het onderhoud van een netwerk (voor gas, elektriciteit of internet)
- De landelijke netbeheerder van hoogspanningsleidingen, Tennet, ligt opnieuw overhoop met de toezichthouder ACM. De toezichthouder heeft vrijdag de spelregels bekendgemaakt voor de tarieven die de netbeheerders de komende vijf jaar mogen rekenen. Terwijl de tarieven nog niet bekend zijn, tekent Tennet bij voorbaat beroep aan. Het bedrijf verwacht dat de kosten van het netbeheer zullen stijgen. Door toenemende marktintegratie zal er steeds meer goedkope duurzame stroom door de verbindingen stromen. Tennet noemt het onterecht dat het door de ACM volledig verantwoordelijk wordt gehouden voor de die kosten. [1]
Gangbaarheid
- Het woord netbeheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "netbeheer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Renée Postma 2 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be