neosenior
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neo·se·ni·or
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neosenior | neosenioren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
neosenior m
- (sport) sporter jonger dan 23 jaar; sporter die net is overgegaan van de junioren naar de senioren
- ▸ Schipper schaatst sinds het seizoen 2007/2008 bij de senioren en is vooral actief op de kortste afstanden. Vorig jaar werd hij Nederlands kampioen bij de neosenioren op de 500 en 1.000 meter.[1]
Gangbaarheid
- Het woord neosenior staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "neosenior" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Schaatser Schipper naar Control” (05-05-2010), NOS
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be