nekklem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

nekklem
Uitspraak
Woordafbreking
  • nek·klem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nekklem nekklemmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nekklemv / m

  1. een greep waarbij de keel van een persoon in de kom van de elleboog wordt gelegd en de keel of hals (inclusief halsslagaders) wordt dichtgeknepen zodat iemand rustig wordt
     En dus komen de kille statistieken weer van stal. Zomaar een cijfer uit Minneapolis: de politie in die stad gebruikt tegen zwarte mensen zeven keer zo vaak geweld als tegen witte. Slechts 20 procent van de bevolking is er zwart, maar 60 procent van de keren dat de politie gewelddadig wordt – nekklemmen, schoppen, knietjes, stroomstoten, noem maar op – is dat tegen een zwarte verdachte.[1]
     De autoriteiten in Minneapolis zijn het eens geworden over het verbieden van nekklemmen en andere wurggrepen door de politie. In deze Amerikaanse stad overleefde George Floyd zo’n gewelddadig optreden niet.[2]
     Franse agenten mogen niet langer de zogeheten ‘nekklem’ toepassen als ze iemand aanhouden en in bedwang willen houden. Als de politie een verdachte op de grond legt, mag ook geen druk meer op nek of hals van diegene worden uitgeoefend.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Haro Kraak
    “Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant
  2. Bronlink Weblink bron “Minneapolis verbiedt nekklem en andere wurggrepen door politie” (05-06-2020), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Frank Renout
    “Geen ‘nekklem’ meer door Franse agenten” (08-06-2020), Tubantia