necrose

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·cro·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weefselversterving’ voor het eerst aangetroffen in 1904 [1]
  • met het voorvoegsel necro- en met het achtervoegsel -ose
enkelvoud meervoud
naamwoord necrose -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de necrosev

  1. (medisch) de afsterving van weefsel
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen