napraten
Nederlands
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/d/d1/Wikimedia_Conferentie_2015_040.jpg/220px-Wikimedia_Conferentie_2015_040.jpg)
Uitspraak
Woordafbreking
- na·pra·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na en praten
Werkwoord
napraten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
napraten |
praatte na |
nagepraat |
zwak -t | volledig |
- na een gebeurtenis even met elkaar praten over wat er gebeurd is en andere zaken
- Na de vergadering was er gelegenheid voor gezellig napraten.
- niet al te kritisch in navolging van een ander iets zeggen
- Waumans oppert dat er niet zozeer méér woede is, maar dat deze vooral zichtbaarder is. „Ik ben ervan overtuigd dat op social media veel mensen elkaar napraten - de retweet is er niet voor niets - en dat het dan ideaal is om je te profileren in een duidelijke richting. Met een roman kan dat niet zo eenvoudig. Woede is niet charmant is voor een roman.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord napraten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "napraten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Toef Jaeger 23 december 2016
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %