Naar inhoud springen

nam af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 22:26
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • nam af
vervoeging van
afnemen

nam af

  1. enkelvoud verleden tijd van afnemen
    • Ik nam af. 
    • Jij nam af. 
    • Hij, zij, het nam af.