najaarszon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

najaarszon
Uitspraak
Woordafbreking
  • na·jaars·zon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord najaarszon najaarszonnen
verkleinwoord najaarszonnetje najaarszonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de najaarszonv / m

  1. het licht van de laagstaande zon in de herfst
     Nieuw land in najaarszon: genieten van de Marker Wadden[2]
     Ook de toeschouwers kregen de kans om Flekken in actie te zien tijdens de openbare training. Veel fans keken toe in de stralende najaarszon.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “Nieuw land in najaarszon: genieten van de Marker Wadden” (23-09-2017), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “Met Flekken heeft Van Gaal vier doelmannen: 'Hij is een Van Gaal-keeper'” (04-10-2021), NOS