musical
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mu·si·cal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zangspel’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | musical | musicals |
verkleinwoord | musicalletje | musicalletjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kunst) toneelstuk of film waarin wordt gedanst en een deel van de tekst gezongen wordt
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord musical staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "musical" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "musical" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ musical op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be