museummedewerker
Uiterlijk
- mu·se·um·me·de·wer·ker
- samenstelling van museum zn en medewerker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | museummedewerker | museummedewerkers |
verkleinwoord |
de museummedewerker m
- (beroep) iemand die werkt in een museum
- ▸ In die beginjaren werden manuscripten en foto's door tweeëndertig museummedewerkers uit de hele Sovjet-Unie naar Odessa gehaald.[1]
- ▸ In Brussel is de aanslag op het Joods Museum herdacht. Bij die terroristische aanslag, vandaag een jaar geleden, werden vier mensen gedood; een museummedewerker, een vrijwilliger van het museum en een stel uit Israël.[2]
- Het woord museummedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Aanslag Joods Museum in Brussel herdacht” (24-05-2015), NOS