mozaïek
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/c/c5/MapleLeaf.jpg/220px-MapleLeaf.jpg)
![op Wikipedia (nl)](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/5/52/OOjs_UI_icon_logo-wikipedia-progressive.svg/16px-OOjs_UI_icon_logo-wikipedia-progressive.svg.png)
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·za·iek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inlegwerk’ voor het eerst aangetroffen in 1679 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mozaïek | mozaïeken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- figuur van kleine, ingelegde stukjes glas, steen, hout e.d, inlegwerk
Verwante begrippen
- ingelegd werk
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord mozaïek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mozaïek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "mozaïek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mozaïek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be