moordzucht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moord·zucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moordzucht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de moordzuchtv / m

  1. de neiging om anderen te doden
     In het hoofdredactionele commentaar is de Volkskrant vooral fel over de Russische president: "Europa verdraagt geen gemorrel aan grenzen, geen claims over de verdediging buiten de landsgrenzen van de belangen van etnische verwanten en geen staatspropaganda die de moordzucht aanwakkert. Vladimir Poetin is verantwoordelijk voor de terugkeer van al deze fenomenen; echo's uit de donkerste periode van de Europese geschiedenis."[2]
     Verduin vertelt zijn verhaal over de oorlog nu nog regelmatig op middelbare scholen. Hij ziet het als zijn levensopdracht om jongeren bewust te maken dat die gruwelijke geschiedenis zich nooit mag herhalen. “Kennelijk zit de moordzucht zo ingebakken in de mens. De beschaving is maar een heel dun vliesje. Er hoeft maar dit te gebeuren en het is gebeurd met de beschaving."[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2024 Weblink bron “Telegraaf hekelt "MOORDENAARS"” (19 juli 2014, 08:11), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2024 Weblink bron “Ernst Verduin overleefde Auschwitz als tuinman bij de SS” (27 januari 2015, 10:23), NOS