moordstrook

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Langs de N132 in Weelde ligt aan beide zijden een moordstrook.
Uitspraak
Woordafbreking
  • moord·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moordstrook moordstroken
verkleinwoord moordstrookje moordstrookjes

Zelfstandig naamwoord

de moordstrookv / m

  1. (pejoratief) gevaarlijk smal fietspad, veel te dicht bij het auto- en vrachtverkeer
     En ook de Stropbrug vlakbij is levensgevaarlijk voor fietsers. Er is daar alleen een smal fietspad, van het type waarvoor zelfs de experts van het Vlaamse Gewest de term moordstrook gebruiken.[2]
     In Vlaanderen resulteert dit in de welhaast klassieke profielen van de Gewestweg-met-moordstrook voor fietsers en de vrijwel stoeploze dorpsstraat.[3]
Opmerkingen
  • In de door Van Dale georganiseerde verkiezing in Vlaanderen werd "moordstrookje" uitgekozen als woord van het jaar 2018.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 juli 2022 Weblink bron
    Dietlinde Willockx & Marc Kregting
    ‘Vervang hem dan toch door een bakfietstandem’ : Mobiliteit, metaforen en moraal in: Streven., jrg. 86 nr. 5 (september/oktober 2019), Herman Simissen, Antwerpen, p. 490 n. 4
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 juli 2022 Weblink bron
    Tom Dams
    “Fietsersbond eist 'minstens likje verf' om onveilige toestanden aan te pakken : 'Moordstrook' krijgt even een rode loper” (17 september 2011) op nieuwsblad.be
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 juli 2022 Weblink bron
    Kris Peeters
    “Het voorruitperspectief: wegen van het impliciete autodenken” (2000), Garant, Leuven / Apeldoorn, ISBN 9789053509661, p. 114