moordenares

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

het spook op de Zeedijk zou een moordenares zijn
Uitspraak
Woordafbreking
  • moor·de·na·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moordenares moordenaressen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de moordenaresv

  1. een vrouwelijke moordenaar
    • In de puntgave, kleine debuutroman van Julia Deck (1974), waarvan de vertaling Viviane Élisabeth Fauville schitterend is vormgegeven in de Franse reeks van uitgeverij Vleugels, is Parijs bijna als een personage aanwezig. Je kunt de hoofdpersoon, een moordenares, heel precies volgen op haar route door de lichtstad. Van het appartement in het 12de arrondissement naar haar psychoanalyticus in het 5de, van haar werk bij de Champs-Elysées naar het politiebureau bij de Place Maubert. Ook de tijdsaanduiding is nauwkeurig: ‘Op maandag 15 november, gisteren dus, hebt u uw psychoanalyticus vermoord [...] met een mes van het merk Henckels Zwilling uit de serie Twin Profection, model Santoku’. [2] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Margot Dijkgraaf 22 september 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be